Wat zalig toch die lente. Bij ons thuis knalt de lente je om de oren. De sierappels staan in bloei, je kunt niet om de pracht en de geur heen. De grote eiken beginnen in blad te komen en het is een drukte van jewelste van vogels die in en uit vliegen bij alle vogelhuisjes in onze tuin, sommige nog met nestmateriaal, sommigen met eten.
Wat wil een mens nog meer. Puur genieten.En dan thuis mogen werken en gewoon de hele dag kunnen genieten als je je stiekum even af laat leiden. En dan ineens, recht voor je, landt er een jonge merel op de tuinstoel. Nou ja, landen kun je het eigenlijk niet noemen. Hij plofte neer. Nog nauwelijks een staart, maar sterk genoeg om wat rond te fladderen. We vonden al dat die conifeer voor het eetkamerraam wel heel wil heen en weer ging de afgelopen tijd.
De camera ligt gelukkig dichtbij, dus die heb ik gauw in de aanslag. Even een paar fotootjes van de kleine snoes zélf natuurlijk. En dan wachten tot moeders of vaders het kleine grut komt voeren. Na een paar minuten wordt mijn Canon EOS 7D met 100-400 L en batterygrip toch wel wat zwaar op de hand. Maar ja, nu nog het statief pakken? Echt niet, dan mis je het mooiste moment. Dus toch maar even volhouden. En niet alleen ik werd ongeduldig. Ook dit kleintje begon te stampvoeten van ongeduld.
Het geduld werd uiteindelijk beloond. Moeder merel kwam met een heerlijke worm. Met de nodige precisie werd de worm in dat gapende gat gedeponeerd.
Hij bleek toch wat te groot om in een keer achterover te slaan, dus moeders zag er op toe dat de hele worm doorgeslikt werd.
En als dan ook het laatste puntje worm naar binnen gaat, dan is moeders al weer weg, op zoek naar de volgende lekkernij. En daar zit je dan. Alleen achtergebleven. Mijmerend hoe geweldig het was.
De kleine snoes gaf nog even een mooi zijaanzicht voor op de foto en zo plotseling als hij mijn gezichtsveld binnen plofte, zo plofte hij ook weer weg. Naar de sierappel in bloei, buiten mijn gezichtsveld, wachten op de volgende worm. Maar gelukkig hebben we de foto`s nog.